Speciaal deeltijdprogramma voor patiënten met Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK)

18 oktober 2024

Stel je voor: je komt al een tijd met klachten aan je schouder bij de huisarts. Hij verwijst je uiteindelijk door naar het ziekenhuis waar je in een jarenlang traject terecht komt van diverse medisch specialisten en onderzoeken. Orthopeden, chirurgen, internisten, fysiotherapeuten, meerdere CT- of MRI-scans, of misschien zelfs een kijkoperatie, maar nog steeds geen duidelijke oorzaak voor of verbetering van je klachten.

Wanneer dit gebeurt en een klacht minstens 3 maanden blijft bestaan, zonder dat dit medisch goed te verklaren is, spreken we van zogenaamde Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK). Geschat wordt dat 7 tot bijna 13% van de algemene bevolking voldoet aan de kenmerken van deze ALK.

Van jarenlange zoektocht naar herstel

Het kan dan, in plaats van weer een zoveelste onderzoek of doktersbezoek, meer zinvol en helpend zijn om een andere benadering te kiezen. En bijvoorbeeld bij ons op de polikliniek Psychiatrie samen te onderzoeken welke andere zaken en factoren dan toch maken dat je klachten blijven bestaan. Of anders gezegd, onderzoeken wat nu toch maakt dat je lijf maar niet aan herstel toekomt. Luister je misschien onvoldoende naar je lichaam?, ga je steeds over je grenzen?, speelt er stress?, of misschien overmatige bezorgdheid?

“Vaak duurt het 3 tot 4 jaar voor patiënten naar ons worden doorverwezen,” schetst psychiater Jan Jaap Aten. “En dan hebben ze al een heel traject met meerdere onderzoeken bij verschillende specialisten doorlopen. Wanneer patiënten bij ons op de poli komen, doen wij eerst een uitgebreide intake samen met een psychiater en een medisch psycholoog waarbij we de klachten in kaart brengen en waarbij we kijken of de patiënt zou kunnen profiteren van ons diagnostiekprogramma. Het diagnostiekprogramma is een deeltijdprogramma van drie weken, waarin we aan de hand van 3 soorten therapie (beeldende therapie, dramatherapie en psychomotorische therapie) een completer beeld proberen te krijgen. Niet alleen van de klacht zelf, maar vooral ook van hoe iemand daar tot nu toe mee omgaat en welke andere omstandigheden hier een negatieve invloed op hebben.”

Op die manier onderzoeken we of de patiënt geschikt zou kunnen zijn voor het deeltijdprogramma dat speciaal is ontwikkeld voor patiënten met ALK-klachten. Binnen dit programma worden de thema's die in het diagnostiekprogramma naar voren kwamen verder uitgediept met aanvullende therapieën en wordt een behandeling geboden waarin patiënten o.a. leren beter naar hun lijf en gevoel te luisteren. Het ALK-programma duurt 12 weken waarbij patiënten 2 dagen in de week 2 a 3 therapie-onderdelen volgen in een groep van maximaal 6 patiënten.

Balans tussen beweging en rust

Eén van de verschillende therapeuten die betrokken is bij dit programma is psychomotorisch therapeut Melanie van der Laan: “Bij psychomotorische therapie wordt er door middel van sport en bewegen gekeken naar hoe iemand zich verhoudt tot zijn of haar lichaam en hoe ze met (moeilijke) emoties kunnen omgaan. Hier leren patiënten vooral over hun fysieke grenzen; ze leren hoe ze moeten doseren en wat fysieke rust is.”

Waar Melanie mensen letterlijk in beweging brengt, zorgt mindfulnesstherapeut Ronald de Caluwé juist dat patiënten tot stilstand komen. “Wat dat betreft zijn Melanie en ik wel tegenpolen,” vertelt Ronald lachend. “Bij mij leren ze juist luisteren naar wat er te voelen is, stilzitten en vooral mentale rust. Daarbij stemmen we onderling de therapieën goed op elkaar af. Als een sessie bij Melanie bijvoorbeeld erg intens is geweest en er veel is losgekomen, dan kunnen we daar met mindfulness op inspelen door wat rust te creëren of door juist de gevoelens verder uit te diepen.”

Dat maakt alle verschillende therapeuten onmisbaar volgens Jan Jaap. “Zowel de therapie van Melanie als Ronald is essentieel in ons programma. We kunnen niet zonder de één of de ander. In ons overleg stemmen we met alle therapeuten goed af.”

Waar ze ook niet zonder kunnen, is het vertrouwen van de patiënt. Ronald legt het uit: “Het is essentieel om een vertrouwensband op te bouwen met onze patiënten. Zonder vertrouwen kunnen wij ons werk niet doen. Het vertrouwen van de patiënt is een cadeau; daar zijn we blij mee, daar zijn we dankbaar voor en daar zijn we zorgvuldig mee. Dankzij onze goede therapeuten gaat het opbouwen van zo’n vertrouwensband vanzelf.”

Blijven ontwikkelen

Naast de ontwikkeling van de patiënten, blijft ook het ontwikkelen van de afdeling een belangrijk thema. “Dat geeft ons veel positieve energie,” vertelt Melanie. “We merken dat we de juiste dingen doen en dat is fijn, maar dat is geen reden om stil te zitten. We blijven de afdeling doorontwikkelen.” Ondanks dat het team blijft kijken naar punten om op door te ontwikkelen, wordt er ook stilgestaan bij hetgeen wat er al is neergezet, zo vertelt Jan Jaap. “We zijn heel trots op ons unieke aanbod in het ziekenhuis en het mag best nog wat meer bekendheid hebben, ook bij onze collega-dokters. Zodat een eindeloze zoektocht naar de oorzaak van klachten, kan veranderen naar ‘hoe kan ik er anders of beter mee omgaan?’. En zo met dit programma te ontdekken dat je er op die manier ook minder last van kan hebben”.

Foto van links naar rechts: Melanie v/d Laan, Jan Jaap Aten & Ronald de Caluwé