Anti-snurkbeugel

Kom ik in aanmerking voor een antisnurkbeugel?

Niet iedereen kan een antisnurkbeugel dragen. Uw tanden en tandvlees moeten in goede conditie zijn omdat de beugel hier overheen zit. Ook moeten we controleren of uw kaak genoeg naar voren kan. Daarom bekijkt de mondhygiënist tijdens de eerste afspraak uw mond:

• We maken eerst een röntgenfoto van uw kaken om te zien hoe uw tanden en kiezen eraan toe zijn
  
• De mondhygiënist onderzoekt uw tandvlees en kaakgewricht om te zien of uw tanden en tandvlees sterk genoeg zijn en of u uw mond goed kunt openen

Hoe verloopt het aanmeten van een antisnurkbeugel?

Als uw gebit sterk genoeg is en uw kaak goed naar voren kan, maken we een afdruk van uw gebit. U moet dan in gips happen. Ook maken we een beetregistratie om te zien hoe uw tanden op elkaar vallen. Beiden sturen we op naar een tandtechnisch laboratorium. U krijgt binnen 2 tot 3 weken uw antisnurkbeugel.

Waar moet u op letten bij het dragen van een antisnurkbeugel?

Het dragen van een antisnurkbeugel is in het begin erg wennen. Let op de volgende zaken:

• In het begin is het effect van de beugel nog niet optimaal, ook al staat uw kaak meer naar voren in de nacht
  
• In de ochtend kan het zijn dat uw kaken een beetje pijn doen. Dit is na een kwartiertje weer over
  
• Als u gewend bent aan de beugel, moet u iedere dag de beugel bijstellen totdat het effect optimaal is en de antisnurkbeugel goed werkt
  
• Na 6 weken komt u op controle bij de kaakchirurg om te bespreken hoe het gaat en of de chirurg de beugel nog moet aanpassen
  
• U kunt altijd contact met ons opnemen als u problemen heeft, of als de beugel na de controle nog steeds niet genoeg helpt