Bloeddrukverlagers

Dat doen we door:

• Het verkleinen of vermijden van risicofactoren. Dat betekent: stoppen met roken, zorgen voor een gezond gewicht en voldoende beweging. En gezonde voeding: vooral zout eten is slecht voor uw bloeddruk.
  
• Plaspillen. Deze zorgen ervoor dat uw lichaam vocht en zouten verliest. Uw bloedsomloop hoeft dan minder bloed te verwerken en hierdoor daalt uw bloeddruk. 
  
• Bloeddrukverlagers. Er zijn verschillende soorten. Samen met uw arts kijkt u welke medicatie voor u het best werkt.

Welke soorten bloeddrukverlagers zijn er en hoe werken ze?

Er zijn verschillende soorten bloeddrukverlagers. De werking ervan en de bijwerkingen verschillen per persoon. Daarom is het belangrijk dat u met uw arts bespreekt wat u merkt van de medicatie. Als het nodig is, krijgt u een ander medicijn voorgeschreven. De meest voorkomende soorten bloeddrukverlagers zijn:

Bètablokkers

Deze blokkeren de bètareceptoren die in uw cellen zitten. Als u stress heeft, gaat uw bloeddruk normaal gesprokken omhoog. Maar doordat de bètablokkers de bètareceptoren blokkeren, kan het stresshormoon zijn werk niet doen. Hierdoor blijft uw hart rustig kloppen en stijgt uw bloeddruk niet.

Calciumantagonisten

Spiercellen hebben calcium nodig om zich te kunnen samentrekken. Ook uw hartspier. Calciumantagonisten blokkeren de calciumopname en zorgen dus dat uw spieren verslappen. De knijpkracht van uw hart daalt, en ook de bloeddruk. De calciumantagonisten zorgen er ook voor dat uw slagaders verslappen: ze worden wijder, waardoor de bloeddruk afneemt.

RAS-remmers

Het hormoon angiotensine (ook wel RAS genoemd) regelt de bloeddruk in uw lijf. Als die te laag is, wordt het hormoon angiotensine I aangemaakt. Het eiwit ACE verandert dit hormoon in angiotensine II. Deze stof vernauwt de bloedvaten en uw bloeddruk gaat omhoog. Er zijn twee soorten geneesmiddelen die RAS beïnvloeden:

• ACE-remmers: deze remmen de werking van het eiwit ACE. Er komt hierdoor minder angiotensine II vrij. Uw bloedvaten vernauwen niet, maar verwijden. Daardoor daalt uw bloeddruk. 

• Angiotensine II-antagonisten: deze medicijnen zorgen ervoor dat uw lichaam niet gevoelig is voor angiotensine II. Zo vernauwen uw bloedvaten niet. Ze verwijden juist en uw bloeddruk neemt af.