Bovenste spronggewricht arthrodese

Röntgenfoto´s van de enkel met daarop aangegeven: scheenbeen, spronggewricht en kuitbeen. 

Uw kraakbeen is aan 1 of 2 zijden van het gewricht beschadigd. De oorzaak hiervan kan zijn: 

• Een ongeval
  
• Een aandoening, zoals reuma
  
• Aanleg of ouderdom
  

Door deze slijtage kunt u dit gewricht niet goed meer gebruiken. Een totale enkelprothese is bij u niet mogelijk. Eerst krijgt u een therapie met pijnstillers, fysiotherapie en braces. U kunt ook injecties krijgen met hyaluronzuur en we kunnen kiezen voor een scopische nettoyage van het enkelgewricht. Heeft dit onvoldoende effect? Dan krijgt u een arthrodese. Tijdens deze operatie zetten we uw enkel vast. 

Hoe verloopt een arthrodese?

• Voor de operatie krijgt u een plaatselijke verdoving in uw been, een ruggenprik of algehele narcose.
  
• Vervolgens maakt de arts 1 of 2 sneetjes aan de zijkant of voorkant van uw enkel. 
  
• Daarna haalt uw arts de resten kraakbeen uit uw enkel weg. Hierna zetten we het gewricht vast met bijvoorbeeld krammen, schroeven en/of ijzeren plaatjes. 
  
• Na de operatie kunt u uw enkel niet meer buigen of strekken, maar de pijn is weg.
  
• U krijgt 12 weken onderbeenloopgips. Uw arts bespreekt met u hoeveel u het gewricht mag belasten. U krijgt begeleiding van een fysiotherapeut, ook nadat het gips eraf is. 
  
• Na het verwijderen van het gips duurt het herstel meestal 6 tot 12 weken. 
  
• Bij 10 tot 15 procent van de patiënten is een aanvullende operatie nodig omdat de arthrodese niet goed vastgroeit.