Hartkatheterisatie

Naast onderzoek is ook behandeling mogelijk. De cardioloog kan bijvoorbeeld:

• Een vernauwing in een kransslagader behandelen door te dotteren
  
• Hartritmestoornissen onderzoeken en behandelen door een zogenoemde ablatie
  
• Aangeboren hartziekten zoals een gaatje in de tussenwand van het hart behandelen
  
• Een hartklep vervangen door een kunstklep

Het risico op complicaties is klein. Maar om elk risico zoveel mogelijk te vermijden, voeren onze cardiologen alleen hartkatheterisaties uit als de klachten ernstig zijn en er geen onderzoeken of behandelingen mogelijk zijn met een kleiner risico.

Hoe verloopt een hartkatheterisatie?

• Tijdens een hartkatheterisatie schuift de cardioloog een lang dun slangetje (katheter) via een kleine opening in uw pols, lies of bovenarm een bloedvat in. Via het bloedvat schuift het slangetje verder naar de kransslagaders en het hart.
• Hiervoor krijgt u een plaatselijke verdoving.
  
• Er zijn nu verschillende metingen mogelijk. Bijvoorbeeld om de druk in de hartholtes te meten, of de hoeveelheid zuurstof in het bloed.
  
• De cardioloog spuit ook contrastvloeistof in de kransslagaders en in het hart. Hierna maken we röntgenbeelden. De contrastvloeistof levert extra duidelijke röntgenfoto’s op.
  
• Als behandeling nodig en mogelijk is, voert de cardioloog dit via het katheter uit.
  
• De ingreep duurt ongeveer 1 uur. Daarna blijft u nog 3 tot 6 uur in het ziekenhuis voor nazorg.