IUI (intra-uteriene inseminatie) | Gelre ziekenhuizen

Cookies

Welkom op de website van Gelre Ziekenhuizen. Voor onze filmpjes gebruiken we YouTube. Om die af te spelen, plaatst YouTube cookies. Wilt u liever geen YouTube cookie? Dan kunt u dit hier weigeren. U kunt dan geen filmpjes bekijken. We gebruiken zelf functionele en analytische cookies om onze website goed te laten werken. Meer weten over cookies?

alert
Openingstijden en bezoektijden kerstperiode 2024

Wilt u meer informatie over de gewijzigde openingstijden en bezoektijden: klik hier

Zorg beter voor elkaar

IUI

Normaal gesproken komt na een zaadlozing in de vagina het sperma met de zaadcellen in de buurt van de baarmoedermond. Via het slijm van de baarmoedermond komen de zaadcellen via de baarmoederholte in de eileiders, waar de bevruchting van een eicel kan plaatsvinden. Bij IUI brengen we de zaadcellen direct in de baarmoeder. De zaadcellen zijn in het laboratorium eerst geselecteerd: we gebruiken alleen de goed beweeglijke zaadcellen. IUI staat voor intra-uteriene inseminatie.

Wanneer krijgt u een IUI-behandeling?

Uw gynaecoloog bespreekt met u wat de mogelijkheden zijn. Meestal komt u voor IUI in aanmerking als:

  • De kwaliteit van het zaad minder is dan normaal.
  • Het aantal zaadcellen minder is dan normaal.
  • Er geen duidelijke oorzaak is voor het feit dat u na een jaar onbeschermde seks niet zwanger bent en uw arts de kans op een spontane zwangerschap in het komende jaar inschat als kleiner dan 30 procent.
  • Het slijm van de baarmoedermond van minder goede kwaliteit blijkt te zijn.

IUI leidt gemiddeld bij 1 op de 10 behandelingen tot een zwangerschap. Na 6 behandelingen is de kans dat u zwanger bent geraakt, ongeveer 25 tot 35 procent. Bent u daarna niet zwanger, dan bespreekt u met uw arts wat de overige opties zijn.

Hoe werkt IUI?

  • Om de kans op bevruchting zo groot mogelijk te maken, krijgt u de inseminatie in de vruchtbare periode, dichtbij het moment van de eisprong. Dit moment kunnen we op verschillende manieren bepalen: met urinetesten, met een echo of met een HCG-injectie.
  • Als vrouw krijgt u soms hormonen om ervoor te zorgen dat er veel follikels (eiblaasjes) ontwikkelen. Daarmee vergroot u de kans op een zwangerschap.
  • Op de dag van de inseminatie levert de man sperma in. In het laboratorium selecteren we de goed beweeglijke zaadcellen. Het bewerken van het sperma duurt ongeveer 1,5 uur.
  • De inseminatie vindt plaats op de polikliniek. De vrouw neemt plaats op de onderzoeksbank. Vervolgens brengt de arts een speculum (spreider) in. Op die manier is de baarmoedermond te zien.
  • Dan schuift de gynaecoloog een dun slangetje door de baarmoedermond in de baarmoederholte. Via dit slangetje brengen we het bewerkte sperma in. Dit doet geen pijn: u kunt een lichte kramp in uw onderbuik krijgen.
  • Na drie weken kunt u thuis een zwangerschapstest doen.
Complementary Content
${loading}
Scroll