Steunhart

Ondersteunt het apparaat uitsluitend uw linkerkamer, dan spreken we van een LVAD: Left Ventricular Assist Device.

Wanneer krijgt u een steunhart?

Een steunhart wordt op drie manieren gebruikt:

Om uw herstel te bevorderen

Met het steunhart krijgt uw verzwakte hartspier een tijdje rust. Zo kan uw spier herstellen. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn als u een hartinfarct heeft gehad, of een operatie waarbij u aan de hart-longmachine heeft gelegen (zoals een bypassoperatie of een operatie waarbij u een kunstklep kreeg). In dit geval blijft u in het ziekenhuis en moet u veel in bed blijven. U heeft risico op complicaties, want in de mechanische onderdelen kunnen bloedpropjes ontstaan. Daarvan kunt u een hartinfarct of beroerte krijgen. Daarom slikt u stollingwerende medicijnen. In principe krijgt u dit steunhart maximaal 2 weken.

Tot er een donorhart beschikbaar is

Als u ernstig hartfalen heeft, is een harttransplantatie soms de enige oplossing. Maar het duurt vaak erg lang voordat er een geschikt donorhart is. Tot die tijd kunt u dan een steunhart krijgen. Met dit type steunhart kunt u soms wel vijf jaar vooruit. U hoeft hiermee niet in het ziekenhuis of in bed te blijven. Ook bij dit type steunhart heeft u risico op complicaties, zoals infecties of bloedpropjes. Daarom krijgt u stollingwerende medicijnen. In de nieuwere steunharten is de kans op bloedpropjes een stuk kleiner.

Als alternatief voor een harttransplantatie

Een steunhart wordt meestal geplaatst met een openhartoperatie. In Gelre Ziekenhuizen plaatsen we geen steunharten. U gaat hiervoor naar UMC Utrecht, UMC Groningen, Erasmus MC Rotterdam of LUMC Leiden.

Hoe werkt een steunhart?

Steunharten zijn er in verschillende modellen. Het meest gebruikte steunhart is een pomp buiten uw hart die via twee buisjes (canules) met de bloedsomloop is verbonden. De ene canule zit in uw linkerkamer, de andere in uw aorta. Uw bloed stroomt op de natuurlijke manier het hart binnen tot in de linkerkamer. Daarna gaat een deel van de bloedstroom naar het steunhart en vervolgens met extra kracht terug naar de aorta. Uw eigen hart verwerkt het andere deel van de bloedstroom.

Het steunhart bestaat uit canules, een pomp, een chip en een batterij. Een deel van de onderdelen plaatsen we onder uw huid. Andere onderdelen zitten op uw lichaam of in een tas, die u altijd meeneemt.